MS en sport

Sport en bewegen bij MS

Welk seizoen we ook zijn, vaak zien we buiten veel lopers en fietsers.  Vaak hoor ik de persoon met MS zeggen: “Ik wou dat ik dat ook nog kon”.

Maar hoe zit dat nu eigenlijk met MS en sport? Kan een MS–patiënt die daartoe nog in de mogelijkheid verkeert feitelijk nog aan sport doen?

Tot voor kort waren personen met MS afgeraden om zware lichamelijke inspanningen te leveren, dit omdat het oververmoeidheid in de hand werkt. Vaak suggereert men dat het ook de klachten die een MS–er heeft nog doet toenemen. Er was zelfs sprake van een verhoogde kans op een opflakkering van MS.

Om die reden stoppen heel wat personen met MS met het beoefenen van sport. Vaak hebben MS-patiënten vaak de neiging om te reageren in de zin van “Die grote wandeling of die lange fietstocht zijn niet goed voor mij!” en stelselmatig bouw je dit dan ook af of stop je er zelfs mee.

Toch blijken wetenschappelijke studies aan te tonen dat lichamelijke inspanningen bij MS niet vermeden moeten worden. Een opflakkering hierdoor of een toename van vermoeidheid blijken niet bewezen. Integendeel, er wordt gesteld dat sport eerder een helende werking heeft. Er zou een daling zijn van het algemene niveau van vermoeidheid en er zou een stijging zijn in uithoudingsvermogen en spierkracht. Vooral wandelen, fietsen en lopen zijn zelfs aan te raden omdat dit vooral activiteiten zijn die gericht zijn op uithouding.

Zoals in alles moet je hierin ook niet overdrijven. Een geleidelijke opbouw is aan te raden. Vooral wie vroeger weinig lichamelijk actief was, kan maar beter toch wat sporten. Gunstige lichamelijke effecten kunnen al optreden na een paar maanden – zo blijkt – mits regelmatige sporten (2 tot 3 keer per week).

Daarenboven heeft het niet alleen een gunstige invloed op je lichamelijke paraatheid; het zorgt er ook voor dat je jou beter in jouw vel voelt. Het zorgt dus niet alleen voor lichamelijk welbevinden, maar ook voor het psychisch welbevinden.

Je moet het ook een beetje zien als een focus op wat je wel nog kunt!

Besluiten doe ik met te stellen dat het niet gaat om het ‘presteren’ alleen. Bij elke inspanning die we leveren, is het vooral belangrijk dat we ons eigen lichaam verzorgen en vooral onze lichaamssignalen correct leren te interpreteren, zodat we niet over onze grens gaan. Het is niet de bedoeling dat we thuis minder werk kunnen verzetten of net ‘minder’ goed kunnen stappen omdat we onszelf overbelasten.

Dus alert zijn voor de signalen van jouw lichaam die gerelateerd zijn aan MS of net niet, is uitermate belangrijk.

Tenslotte is het geweten dat eenzelfde persoon met MS verschillend kan zijn in het fysieke presteren. Gaat het vandaag wat minder goed, verplicht jezelf niet en stel het uit tot het wat beter gaat.

Kortom, waar wacht je op om te sporten?

Stefaan Acke